Heupluxaties

Wie kent ze niet: de verhalen over kinderen met een afwijking aan de heupjes, ook wel heupluxatie of heupdysplasie genoemd? Iedereen kent wel een of meer kinderen die daar last van hebben of gehad hebben. Gelukkig is het goed te behandelen, bijvoorbeeld door het dragen van een heupbrace of antiluxatie brace maar hoe ontstaat zoiets eigenlijk en wat is het precies?

Wat is het verschil?

Bij heupluxatie is de heupkop uit de kom. Dit is het geval bij 1 op de 1000 baby’s die geboren worden. Er is bij een heupluxatie altijd ook sprake ven een heupdysplasie, terwijl dit omgekeerd niet perse het geval hoeft te zijn. Bij een heupdysplasie is er sprake van dat het heupgewricht niet helemaal goed ontwikkeld is.

Oorzaken

Er kunnen meerdere oorzaken zijn, waaronder soms erfelijke. Heupdysplasie komt veel vaker bij meisjes voor dan bij jongens, terwijl dit bij een luxatie niet het geval is. Bij kinderen die in een stuit in de baarmoeder hebben gelegen komen beide gevallen het vaakst voor, dus het staat min of meer vast dat dit van invloed is op het wel of niet ontwikkelen van deze afwijking. Dan zijn er ook nog gevallen waarbij er niet een duidelijke oorzaak aan te wijzen is.

Hoe ontdek je of er sprake van is van een afwijking?

Direct na de geboorte, en ook bij de bezoeken die er afgelegd worden aan het consultatiebureau, wordt er scherp op gelet of er sprake is van een afwijking, of of men iets verdachts ziet. Wanneer men vermoedt dat er iets aan de hand is, zal men een doorverwijzing krijgen om een röntgenfoto te laten maken in het ziekenhuis. Dit gebeurt meestal pas na de 3e maand, omdat het anders niet goed mogelijk is om te beoordelen of er sprake is van een dysplasie. De meningen zijn er over verdeeld of bepaalde houdingen het proces kunnen verergeren of juist kunnen verbeteren. Alle partijen zijn het er wel over eens dat het strekken van de beentjes te allen tijde vermeden moet worden, omdat dit zeer slecht zou zijn.

Wat kun je er aan doen?

Gelukkig doen beide afwijkingen het kindje geen pijn, maar kunnen ze er wel voor zorgen dat er op latere leeftijd sprake kan zijn van heupartrose of andere gewrichtsproblemen, en dit wil men natuurlijk het liefst voorkomen. De behandeling van beide afwijkingen gebeurd in principe door het dragen van een heupbrace, ook wel spreidbroekje genoemd. Dit zal meestal op zijn vroegst ronde de 3e maand gebeuren. Het kan namelijk in het geval van een dysplasie ook zo zijn dat deze spontaan geneest. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een heupbrace wordt de heup terug geduwd in de kom en ook op zijn plaats gehouden.

Verreweg de meeste kinderen kunnen door het gebruik van een brace geholpen worden, en ondervinden verder geen enkele hinder in hun verdere ontwikkeling. Ze ontwikkelen een normaal heupgewricht en zijn op geen enkele manier belemmerd in hun bewegingen.

→ Lees meer op ziekenhuis.nl